Al jaren stond een clafoutis op mijn te-maken-lijstje maar het was er nog niet van gekomen. Maar nu wel want deze appel-rozijnen clafoutis met een vleugje kaneel kwam toch echt uit de oven niet zo lang geleden. Hij werd gelijk ingezet als toetje van de avond en de volgende ochtend ging het restant op als ontbijt voor de broers. Missie geslaagd zeg ik!
Een clafoutis is een Frans gebak met kers dat als nagerecht wordt gegeten. Het wordt gemaakt met kersen, die worden overgoten met een beslag van eieren, melk, bloem en suiker. Sommige varianten bevatten ook gesmolten boter of room. Clafoutis wordt in de oven gebakken en lauw geserveerd. Omdat het beslag lijkt op pannenkoekenbeslag, lijkt de clafoutis op een dikke, gevulde pannenkoek.(Bron: Wikipedia)
Ingrediënten:
60 gram roomboter
100 gram witte basterdsuiker
4 appels, geschild en in partjes
4 eetlepels rozijnen
4 eieren
2 eetlepels bloem
100 ml melk
150 ml slagroom
Zo maak je deze appel-rozijnen clafoutis:
1. Verhit 20 gram boter in een koekenpan, voeg dan drie eetlepels van de basterdsuiker en 100 ml water toe en gaar de appels en rozijnen hierin zo’n 15 minuten tot ze gekarameliseerd zijn.
2. Verwarm de oven voor op 180 graden, vet een ovenschaal in en bestrooi met een beetje van de basterdsuiker.
3. Smelt de rest van de boter goudbruin.
4. Klop de eieren los met de basterdsuiker en voeg daarna al kloppend de bloem toe.
5. Voeg daarna al kloppend de melk, room en bruine boter toe.
6. Giet dit beslag in de ovenschaal en verdeel er de gekarameliseerde appel-rozijnenmix over.
7. Bak de clafoutis in de oven in zo’n 40-45 minuten goudbruin.
8. Serveer de appel-rozijnen clafoutis als hij nog lauwwarm is en bestrooi eventueel nog met wat poedersuiker.
Zoals gezegd, was de clafoutis in de spreekwoordelijke poep en scheet op. Zo lekker was hij blijkbaar. Ga jij ook aan de slag met het recept?